Het plaatsen van een videocamera is alleen toegestaan als dat noodzakelijk is voor de behartiging van uw gerechtvaardigd bedrijfsbelang. Een gerechtvaardigd belang kan zijn de beveiliging van uw personeel en de bescherming van uw eigendommen tegen diefstal of beschadiging. Dat betekent meestal camera’s bij de toegang, in het magazijn of bijvoorbeeld in de fabriekshal. Het plaatsen van videocamera’s komt pas aan de orde als andere maatregelen onvoldoende effectief zijn gebleken om uw bedrijfsbelangen te beschermen. Uw beveiligingsmaatregelen moeten passend zijn voor het doel waarvoor u videocamera’s inzet en dat doel moet niet op een andere, minder ingrijpende wijze kunnen worden gerealiseerd. Doorgaans betekent dit dat controle direct op de werkplek te ver gaat. Gaat u regelmatig na of de videocamera’s nog aan hun doel beantwoorden.
Het gaat er steeds om dat iedereen voor of bij het betreden van de werkplek moet kunnen weten dat daar een videocamera hangt. Heeft u dit niet kenbaar gemaakt dan bent u strafbaar. U kunt informeren door borden of stickers op te hangen waarop staat dat er videocameratoezicht is.
Heimelijk cameratoezicht is in de regel niet toegestaan. Als er echter binnen uw organisatie bijvoorbeeld veel gestolen wordt, kunt u, bij een concreet vermoeden dat één van uw werknemers een strafbaar feit pleegt, gebruik maken van heimelijk cameratoezicht. Dit mag u alleen als het u, ondanks allerlei inspanningen, niet lukt om een eind te maken aan de diefstal.
En dan mag het alleen maar tijdelijk en op zodanige wijze dat de inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de werknemers zo klein mogelijk is. Natuurlijk kunt u bij diefstal ook de politie inschakelen. Beelden die zijn gemaakt met behulp van videocamera’s kunnen bijdragen aan de opsporing van strafbare feiten. Die beelden kunnen worden overgedragen aan de politie. De rechter kan ze eventueel als bewijsmateriaal bestempelen. In overige situaties geldt echter dat verdergaand gebruik, dus verstrekking aan derden, alleen toegestaan is als het verenigbaar is met het doel of de doelen waarvoor de beelden werden verzameld.
Uw werknemers mogen verwachten dat ze niet bespied worden als ze in een toiletruimte zijn. Met andere woorden, dat er sprake is van bescherming van hun persoonlijke levenssfeer. Videocameratoezicht in een toiletruimte gaat dus te ver.
Als er een ondernemingsraad (or) is binnen een organisatie, moet u de instemming krijgen van de or voordat u gebruik maakt van (heimelijk) videocameratoezicht. Is er geen or, dan kan er in het arbeidscontract worden opgenomen dat u in bijzondere omstandigheden tijdelijk (heimelijk) cameratoezicht kunt gebruiken. Nadere informatie over dit onderwerp kunt u vinden in de brochure Privacy: checklist voor de ondernemingsraad. Alle publicaties van het CBP op het gebied van cameratoezicht zijn te vinden in het themadossier Cameratoezicht.
Bron: CBP